Goed drinkwater uit de kraan hebben we pas ongeveer een eeuw. Voor die tijd waren de Bosschenaren aangewezen op drinkputten en waterpompen. De kwaliteit van dat water werd onderzocht door de stedelijke gezondheids-commissie. Uit de jaarverslagen blijkt wat er aan de hand was. En goed drinkwater was belangrijk, omdat besmet water ziekten kon overbrengen. Omdat in 's-Hertogenbosch een goed rioleringsstelsel ontbrak, was de Bossche bodem doortrokken van faecale stoffen. Het water van de openbare stadspompen - die via welputten hun water aan de bodem onttrokken - was uiterst slecht en ongezond. Diepere boringen zouden geen oplossingen bieden, aangezien de bodem tot op grote diepte verontreinigd was.
Bosschenaren gebruikten ook het water van de Binnendieze, de Dommel, de Aa en de Zuid-Willemsvaart als drinkwater. Het water van de Binnendieze was totaal ongeschikt, omdat vele riolen zich in dit waterloopje loosden. Het water van de Dommel en de Aa bleken na scheikundig onderzoek evenmin het predikaat goed drinkwater te kunnen krijgen. Slechts het water uit de Zuid-Willemsvaart, hoewel 'niet fris en aangenaam' was niet direct schadelijk voor de gezondheid.
Bij de behandeling van de gemeentebegroting van 1877 werd uiteindelijk besloten een onderzoek naar de verbetering van de watervoorziening in te stellen. Pas zeven jaar later, in juli 1884, werd er besloten goed drinkwater te gaan winnen in heidegronden bij Nuland en Rosmalen. Via een hogedrukleiding zou dit naar 's-Hertogenbosch vervoerd worden. Vervolgend zou een watertoren ervoor zorg dragen dat het water over de stad verspreid zou kunnen gaan worden.
Op 10 januari 1887 stroomde het eerste leidingwater uit een Bossche kraan. Maar snel ging het niet met de aanleg. Op het eind van het jaar waren er 487 betalende gebruikers. En de overige Bosschenaren maakten gebruik van een van de zestien standpijpen voor kosteloos gebruik die in 1893 nog in gebruik waren. Toen waren er inmiddels 1354 betalende leidingwaterverbruikers.
Merkwaardig was het standpunt van de gemeente als een openbare pomp beschadigd of vernield was. Bij wijze van sanctie werd deze dan gedurende enige tijd afgekoppeld, waardoor de buurtbewoners geen drinkwater konden krijgen! Geen wonder dat de gebruikers hun pomp goed in de gaten hielden.
In de uit 1894 daterende bouwverordening staat vermeld dat ieder huis in het bezit diende te zijn van een aansluiting op de waterleiding of moest beschikken over een goede, drinkwatergevende pomp.
In het begin van de negentiende eeuw verdwenen geleidelijk aan de pompen uit het Bossche stadsbeeld. Maar de fontein aan het Stationsplein was in het begin nog voorzien van een aparte drinkwatervoorziening voor zowel paarden als mensen! Dat was trouwens de eerste fontein in 's-Hertogenbosch. Voor die tijd waren er geen in de stad en zou het als een verspilling worden beschouwd. Hopelijk zullen fonteinen het stadsbeeld meer gaan verlevendigen.
|